Zaterdagmiddag 23 sept.1944 twee WACO-zweefvliegtuigen geland te Erp. (vervolg 1)
Boerdonk
Het toestel dat te Boerdonk landde kwam neer in een weiland van H. (Driekske) Bekkers, halverwege tussen de kanaaldijk/Zuid-Willemsvaart en de Boerdonksedijk; het droeg serienummer 43-39695 en behoorde tot 440TCG (Troop Carrier Group) / 98TCS (Troop Carrier Squadron) en was boven Schijndel getroffen door Duitse luchtafweer. De gliderpiloot Flight-Officer Herbert J. Wasson had zijn zweefvliegtuig zelf van zijn ‘trekker’ laten ontkoppelen Er waren, behalve de vlieger, alleen zeven manschappen met hun bepakking aan boord; geen voertuigen of andere grotere stukken. In de naaste omgeving van de landingsplek bevonden zich nogal wat Duitse troepen (van de Kampfgruppe Walther i.v.m. de aanval op Veghel) en deze hebben de gelande Amerikanen zonder slag of stoot direct krijgsgevangen genomen en op twee na afgevoerd. Er zijn geen aanwijzingen, dat er gevechten hebben plaats gevonden of er op duiden dat de Amerikanen zich anderszins hebben verzet. Er wordt zelfs beweerd dat het zweefvliegtuig bij zijn landing duidelijk zichtbaar al een witte vlag als teken van overgave meevoerde.
De in gevangenschap geraakten waren, behalve glider-piloot Wasson nog Private First Class David C. Bailey, Corporal Henning E. Lindgren, Corporal George W. Simon en Sergeant Delman Whitt.; dus vijf van de in totaal acht inzittenden.
Toch waren er slachtoffers.
Aan boord van de gelande glider bevond zich het stoffelijk overschot van de 33-jarige Amerikaanse soldaat Walter J. Linehan, afkomstig uit Philadelphia, Pennsylvania. Deze moet al in de lucht zijn getroffen en gesneuveld (een kogel door keel en hoofd); wellicht al bij de beschieting van zijn toestel vanaf de grond. De omgekomene is enkele dagen later, toen de Duitse troepen onze streek hadden verlaten, door leden van het Erpse verzet overgebracht naar het r.-k. kerkhof te Erp en aldaar begraven. In juli 1945 werd hij door een Amerikaanse Graves Registration Command opgegraven en overgebracht naar de tijdelijke begraafplaats van de 101st Airborne Division op Wolfswinkel onder Son. Korte tijd later volgde de herbegraving op het Amerikaanse Oorlogskerkhof te Margraten in Limburg en vanaf 15 dec. 1948 rust hij op het Holy Sepulcher Cemetery te Philidelphia in de Verenigde Staten; op verzoek van zijn vader aldaar herbegraven.
Dan waren er ook nog twee zwaar gewonden aan boord. Deze zijn door de Duitsers of door de krijgsgevangen genomen collega’s overgebracht naar de boerderij van de familie A. v.d. Berg aan de kanaaldijk (Antonius Hoeve) en daar gewoon in een bed gelegd. De in de nacht van 23 op 24 september op Gemert terugtrekkende Duitse troepen hebben de twee daar aan hun lot overgelaten. Het waren Staff Sergeant Lois W. Melvin en Captain Shelby L. White.
De boerderij was tijdelijk verlaten; het gezin was wegens het oorlogsgevaar al eerder gevlucht en bevond zich elders in Boerdonk. Op deze boerderij werden de twee gewonden de volgende dag ’s morgens – zondag 24 september – gevonden door de echtgenote van naaste buurman Frans Brans van de Anna Hoeve. Zij had bij de buren enig geluid vernomen, ging op onderzoek uit en stootte op de twee gewonden; eentje zat op de oever van het omleidingkanaaltje achter de boerderij en de ander lag op bed in een van de slaapkamers. Zij en haar man Frans onderkenden direct de situatie; hier moest snel hulp worden gehaald. Frans toog op de fiets naar Erp, naar dokter/huisarts Henrar. Hij trof deze echter niet thuis en daarom reed Frans maar door naar Veghel. Daar meldde hij de verblijfplaats van de twee gewonden aan een Amerikaanse commandopost, gevestigd op het gemeentehuis. Deze reageerde onmiddellijk. De fiets van Frans werd in een jeep geladen en vergezeld door twee Amerikanen reed men met ambulances over de kanaaldijk via Keldonk naar de drie boerderijen aan de kanaaldijk onder Boerdonk. Onderweg moesten zij zo nu en dan op de kanaaldijk laveren tussen nog aanwezige, door de Duitsers gelegde mijnen. Een soldaat stapte dan uit en gaf de chauffeur aanwijzingen. Frans zat het maar te “belijden”. De gewonden werden naar een medische post in Veghel gebracht. Zij kregen onmiddellijk afdoende medische hulp en werden na enkele weken al gerepatrieerd naar de Verenigde Staten.
Het slechts licht beschadigde toestel heeft nog geruime tijd in het weiland gelegen; het viel echter voor een deel wel ten prooi aan souvenirjagers of anderen, die meenden er onderdelen of anderszins wat van te kunnen gebruiken. Het is uiteindelijk door een geallieerde eenheid opgehaald.