Operatie “Market-Garden”.  Nog een slachtoffer te Erp (Keldonk).

Ondanks verslechterde weer- en als gevolg daarvan ook vliegomstandigheden vonden op maandag t/m woensdag 18, 19 en 20 september toch de broodnodige bevoorradingsvluchten naar de droppinggebieden plaats; zowel van personeel als van materialen. Zij het in een aangepaste omvang.  Zo ook op donderdag 21 september.  In verband met het minder goede vliegweer boven Engeland kwamen de luchtactiviteiten pas in de namiddag op gang. De ingezette luchtvloot was wederom aanzienlijk.

117 Britse (RAF en RCAF) vliegtuigen verzorgden het transport van voorraden naar Arnhem – deze groep bestond uit 64 viermotorige Stirlings en 53 tweemotorige Dakota’s (door de Amerikanen C.47-Skytrain genoemd) en zij werden voor de luchtbescherming begeleid door 137 jagers.

De Amerikanen zetten 806 vliegtuigen in, waarvan 114 met Poolse parachutisten voor een landing bij Driel, 419 vliegtuigen met  even zo vele zweeftoestellen voor Groesbeek, 82 idem voor Son en nog eens 191 vliegtuigen met parachutisten voor Son. Dit imposante gezelschap weer begeleid door een 95-tal jagers.

Van dit grote aantal gestarte vliegtuigen keerden er velen niet op hun basis in Engeland terug; zij gingen onderweg of boven de dropping-/landingsterreinen verloren. Van de RAF/RCAF-groep naar Arnhem gingen veertien Stirlings en negentien Dakota’s verloren; van deze Dakota’s maakten er vier een noodlanding, de andere stortten neer en vele bemanningsleden verloren daarbij het leven

Deze bijdrage gaat nu verder met het verhaal van de Dakota’s voor Arnhem.

Zij hadden als opdracht het droppen van containers en manden met voedsel, munitie en medische aanvullingen voor de Britse luchtlandingstroepen aldaar. Zij waren komen aanvliegen via Leopoldsburg in België en volgden vanaf Eindhoven de “corridorzone”; boven deze zone verwachtte men minder gevaar o.a. van luchtafweer. Maar vooral boven het afwerpgebied ondervonden zij sterke Duitse tegenstand in de vorm van afweergeschut en ook de Duitse Luftwaffe gaf tekenen van aanwezigheid. Daar kwamen al vier toestellen neer, maar de echte klap kwam op de terugweg. Door een miscommunicatie had de terugvliegende groep geen jagerbegeleiding meer en wellicht was dat de Duitsers opgevallen.  Rond 18.00 uur vielen plotseling tenminste negen Duitse Fw 190’s van JG (JagdGeschwader) 26 vanaf de plaats Zeeland de staart van de groep aan. Deze snelle eenmotorige jagers vonden nu in de langzame ongewapende transporttoestellen een gemakkelijke prooi. Binnen de kortste tijd gingen negen Dakota’s  neer tussen Zeeland en het Belgische Turnhout.  Eén van de slachtoffers was:

op donderdag 21 september 1944 Dakota KG.376 –U6 in het Hool te Keldonk.

Het toestel behoorde tot het 437e. (Husky) Squadron van de R.C.A.F. (Royal Canadian Air Force) en was gestationeerd op de vliegbasis Blakehill Farm in Wiltshire, Engeland. De ongewapende Dakota werd neergeschoten door een Duitse jager en stortte neer om ca. 18.00 uur in  een akker nabij de boerderij van Piet Biemans achter in het Hool te Keldonk. Reeds in brand staande vloog hij uit de richting Keldonk naar Zonveld/Zijtaart, maakte een draai naar links en dook, sterk hoogte verliezend en steeds feller brandend, in de richting van de boerderij. Het neerstortende toestel scheerde rakelings over een grote korenmijt vlakbij de boerderij en sloeg  te pletter een het tabaksveldje op de hoek van de akker achter het huis.

De familie Biemans en een buurman vluchtten razend snel een schuilplaats in toen zij  het in nood verkerende vliegtuig zagen naderen; Piet Biemans, zijn vrouw Antonia met de kinderen, broer Mieske Biemans en buurman Piet Manders.

Van tevoren hadden zij in de lucht reeds enkele parachutes waargenomen, wellicht van bemanningsleden die het toestel nog hadden kunnen verlaten.

Stukken van de Dakota kwamen terecht op de boerderij en in het veld rondom. Alles brandde en Biemans mocht van geluk spreken dat zijn boerderij niet ook in vlammen opging. Van het vliegtuig bleef slechts een in stukken geslagen en verwrongen massa over. Het was totaal verwoest. Er is nog brandweer ter plaatse geweest, doch niet bekend is meer vanuit welke plaats. Ook enkele geallieerde militairen, die toen al vanaf zondag in Veghel en

St.-Oedenrode en waren, kwamen poolshoogte nemen.

Het wrak is blijven liggen tot de zomer van 1945; toen is het afgevoerd door een handelaar in schroot uit Veghel.

Soortgelijk bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *