Op 15 juli 1940 werd deze dienst opgericht met de bedoeling ingezet te worden bij het herstel van de oorlogsschaden, het afbreken van de Nederlandse militaire versterkingen ed. Een aantal oud-militairen (beroeps en dienstplichtigen zonder werk) werden van overheidswege erbij ingedeeld, doch men kon ook vrijwillig toetreden.

Het overgrote deel van de gedemobi­liseerde Erpse militairen kon bij de vroegere werkgever terug­keren of vond werk op het ouderlijk landbouwbedrijf; zij waren vrijgesteld voor de op­bouwdienst. Slechts een klein aantal Erpenaren werd aangewe­zen voor tewerkstelling bij de dienst.

In onze omgeving waren er onder­ko­mens van deze Opbouwdienst in Gemert, Handel en Boekel. Het personeel ervan werd ingezet o.a. voor het afbreken van de militai­re barakken en stellingen in de Peel (Peel-Raamstel­ling).

Vordering van motorvoertuigen

In een eerdere bijdrage is reeds geschreven, dat de burgemees­ter van Erp einde mei al aan de bezetter een opgave moest verstrekken van de in zijn gemeente aanwezige vrachtauto’s. Over geheel Nederland vond deze inventarisatie plaats en men was niet gerust omtrent de bedoeling ervan. Deze achterdocht bleek al gauw gegrond, want einde zomer/begin herfst 1940 ging de bezetter over tot de vordering in geheel Nederland van 6000 personenauto’s, 8000 vrachtauto’s, 1000 autobussen, 50 schepen en 47000 paar­den.(waaronder de 26.000 van het Nederlandse leger).

Der Generalbevollmachtigde für das Kraftfahrwesen für die Niederlände sloeg ook in Erp zijn slag.

Hij vorderde bij J. Sevriens, Kerkstraat 136 een Chevrolet 1936, 1,5 ton en bij J. Kuipers, C.19 te Keldonk eveneens een Chevrolet, deze uit 1937 en met open laadbak, 4 ton. Zij hadden hun vrachtwagen gewoon in te leveren en konden hoog­stens wat tegensputteren bij de vaststelling van de vergoe­ding.

Deze schadeloosstelling werd afgerekend via de gemeente Erp in mei 1941. Sevriens kreeg fl. 1.400,- en Kuipers fl. 1.750,- vergoed. De Nederlandse Staat moest deze schadeloosstellingen betalen namens de Duitsers en mocht deze dan “later” met Duitsland “verrekenen”, zo was de door de bezetter opgelegde regeling.

Piet v.d. Bosch en Haske Versteegden, beiden in het bezit van een vrachtwagen, werden gevrijwaard van een vordering; op dat moment tenminste. Zij konden aantonen hun vrachtwagens echt nodig te hebben voor de uitoefening van hun bedrijf.

De eerste bommen

Zeker in het jaar 1940 bemerkte men nog maar heel weinig van een – toch wel gevoerde – oorlog in de lucht. Slechts zeer sporadisch en dan nog nagenoeg altijd gedurende de nacht passeerden er geallieerde vliegtuigen en dan nog maar in kleine aantallen.

Duitse toestellen zag en hoorde men wel meer, meestal overdag.

De kranten maakten zo nu en dan gewag van bombardementen, welke verslagen immer waren gedrenkt in een propagandasausje.

Duitse bombardementen troffen steeds echte militaire objecten in Engeland; de Britse vliegers raakten bij hun aanvallen op Duitsland altijd scholen, ziekenhuizen en bejaardencentra. Dat was de teneur van de – uiteraard ,gekleurde’ – berichten.

Erp kreeg voor het eerst te maken met de luchtoorlog in de late avond van 28 december 1940. Toen viel er een bom in een weiland tussen de Boerdonkse Dijk en de gemeentebussen in het Hurkske, een eindje achter de boerderijen/huizen van Selten, van Wanrooy en Brugmans. (kort bij het huidige fietspad van de Trentstraat/Boerdonkse Dijk naar de bossen).

De bom, waarschijnlijk gedropt door een in nood verkerend vliegtuig, veroorzaakte geen schade – alleen een grote krater in het weiland.

Deze eerste bominslag maakte kennelijk wel indruk, want Pas­toor A. Smits vermeldde het voorval als volgt in het Memoran­dum van de Parochie St. Servatius te Boerdonk:

“In het octaaf van Kerstmis viel een groote bom op 10 min. afstand noord-waarts van de kerk in een weiland. Waarschijn­lijk werd deze bom weggeworpen bij een luchtgevecht. Geen schade werd veroorzaakt, behalve een groot gat van 9 m. omtrek en 3 m. diep.”

De krater liep vol met water en Harrie Otten, immer alert bij oorlogshandelingen, liet nog een foto maken van het dichtge­vroren gat. De foto is hieronder afgedrukt.

                                               Harrie Otten op de dichtgevroren bomkrater

Soortgelijk bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *