Einde augustus 1939 vond in Nederland de algemene mobilisatie van de strijdkrachten plaats, welke in één klap zo’n 280.000 mannen onder de wapenen bracht; onder hen enkele tientallen Erpenaren. Vanaf begin september 1939 werden in Erp militaire eenheden gelegerd en in meerdere gevallen bij burgers ingekwartierd.

Alvorens echter op dit Erpse “aandeel” in te gaan volgt eerst een algemeen overzicht. De ontwikkelingen in Hitler-Duitsland volgende begon Nederland vanaf medio 1937 – zij het schoorvoetend – voorzichtige stappen voor een verbetering van onze verdediging te ondernemen. In oktober 1937 vond een proefmobilisatie voor enkele onderdelen plaats. De “Anschluss” van Oostenrijk in maart 1938 had enkele organisatorische ingrepen in het leger en de landsverdediging tot gevolg, waardoor Nederland sedert vele jaren weer de beschikking kreeg over parate troepen. De dienstplichtwet werd gewijzigd, waarbij o.a. de duur van de le. oefening werd gebracht van 5,5 op 11 maanden (5 maanden als opleiding en 6 maanden bij de parate troepen). De organisatie van een mobilisatie werd via een telegrammenschema geregeld en alle betrokkenen als overheid en dienstplichtigen waren bekend met de hiervoor afgesproken codes.

In de herfst van 1938 nam de spanning in Europa zo snel toe, dat ook in ons land het nemen van militaire voorbereidingsmaatregelen niet langer kon worden uitgesteld. Als reactie op het voortduren van de Sudetencrisis, waarbij Duitsland van Tsjecho-Slowakije het z.g. Sudetenland opeiste, ging op 27-9-1938 het telegram 0 uit, inhoudende het innemen van de opstellingen in de grensgebieden door de parate bataljons; gevolgd door telegram A =  waarschuwing mobilisatie op 28-9-1938. Omdat het overleg tussen Duitsland, Engeland en Frankrijk (München-overleg) de directe oorlogsdreiging wegnam werd op 3-10-1938 de waarschuwing weer ingetrokken. Bij gelegenheid van de aanval van Italië op Albanië ging wederom op 7-4-1939 telegram 0 uit, enkele dagen later gevolgd door telegram A; op 27-5-1939 werden zij weer ingetrokken. Dan naderen we einde augustus 1939 en werd de situatie ineens dreigend. Op 22-8-1939 werd bekend, dat Duitsland en Rusland een niet-aanvalsverdrag zouden sluiten; het bericht hierover sloeg in de gehele wereld als een bom in. Meteen trof ook de Nederlandse regering de eerste aanvullende voorzorgsmaatregelen n.l. de z.g. kleine verloven werden ingetrokken, waarbij militairen met een kort verlof onmiddellijk moesten terugkeren naar hun onderdelen, en de parate en grensbataljons namen de oorlogsopstellingen in.

De gebeurtenissen volgden zich dan snel op:

Woensdag 23-8-1939: verzending van telegram A = waarschuwing voor de mobilisatie;

Donderdag 24-8-1939:verzending van telegram B = voormobilisatie op vrijdag 25-8-1939. Op deze dag mobiliseerden zich enkele categorieën (+ 50.000 man) kaderleden, kwartiermakers ed. Dit geschiedde met het oog op de a.s. afkondiging van de algemene mobilisatie.

Maandag 28-8-1939: verzending van telegram C = algemene mobilisatie. Het telegram ging om 13.00 uur uit – dag van opkomst was dinsdag 29-8-1939 en gold voor de lichtingen 1924 t/m 1939; van deze laatste lichtingen waren al onderdelen voor eerste oefening opgekomen. De mobilisatie gold voor land- en zeemacht en werd bekendgemaakt in de pers, via de radio en door middel van aanplakbiljetten, die op meerdere plaatsen, maar in ieder geval op de publicatieborden bij de gemeentehuizen, werden aangebracht.

Dinsdag 29-8-1939 bereikte het merendeel van de opgeroepenen de opkomstcentra; de mobilisatie was goed voorbereid en had een verloop volgens plan. De Nederlandse Spoorwegen zetten 500 personentreinen in, alsmede nog 60 goederentreinen voor o.a. het vervoer van 14.000 gevorderde paarden. Na aankomst in de mobilisatiecentra, in onze omgeving o.a. Den Bosch en Veghel, werden de dienstplichtigen gekeurd en van uitrusting en wapens voorzien. Daarna werden zij overgebracht naar de verdedigingsopstellingen – geregeld in de z.g. “Concentratie-Blauw”. Op 3-9-1939 waren de troepen op hun bestemmingen.

Gemobiliseerd dat wel, maar klaar voor de verdediging, de strijd, was een andere vraag. Op 28-8-1939 volgde eveneens de benoeming van de opperbevelhebber voor Land- en Zeemacht, de Generaal I.H. Reijnders

Soortgelijk bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *