Voor de bescherming van het Nederlandse grondgebied en vooral van de “vesting Holland” met zijn centrale functie op velerlei gebied, o.a. het regeringscentrum, waren op meerdere plaatsen in het land verdedigingswerken gebouwd. De bekendste waren wel de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Grebbelinie, de IJssellinie, de Wonstelling aan de Friese kant van de afsluitdijk en in ons gebied de Maaslinie en de Peel-Raamstelling. Deze laatste stellingen dienden een doorgang van de Duitse legers door Noord-Brabant en Limburg tegen te gaan of in ieder geval te belemmeren, te vertragen.

In de bijdragen 4 en 5 (De Mobilisatie delen III en IV) hebben we voor wat betreft de Peel-Raamstelling kunnen lezen hoe het traject van deze stelling liep van Grave tot aan de Belgische grens bij Budel en door welke bataljons de linie was bemand. Behalve de genoemde hoofdverdedigingslinies werden echter op meerdere plaatsen nog kleine, lichte en aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste verdedigingswerken aangelegd, zoals bij verkeersknooppunten, aan de rand van begroeide en open landstroken, enz.; bij nagenoeg alle rivier- en kanaalovergangen, de bruggen en sluizen werden defensieve maatregelen getroffen. Ook in en rond Erp gebeurde dat en de volgende zijn er nog van bekend:

– mitrailleurposten in de Goorse bossen aan de zijde Volkel en Boekel;

– een -toch wel uitgebreide – uit loopgraven bestaande veldverdediging op de weg Erp –  Boekel ter hoogte van    

  het Looieind en de Stinkhoek / Veluwe;

– stellingen in de bossen in het Hurkske;

– wegversperringen aan het begin van de weg naar Boekel.

Zij maakten deel uit van de z.g. Achterhoedestelling, welke liep vanaf Ravenstein naar Son. (via Schayk, tussen Nistelrode en Uden over Slabroek, over Duifhuis tussen Mariaheide en Uden) en in onze streek langs  de rand Goorse bossen, via de Ventieren naar de weg Boekel – Erp, vandaar naar de Aa met vanaf Den Hoek onder Erp op de westoever prikkeldraadversperringen tot in Donk. Geen zware verdedigingsobjecten; meestal in de vorm van versterkte schuttersputten voor mitrailleuropstellingen in het achterland om een vertragend effect tegen oprukkende troepen te bewerkstelligen.

En dan waren er nog de maatregelen t.a.v. de bruggen over de Zuid-Willemsvaart onder Keldonk en de Aa-bruggen te Cox en de kom Erp.

In de volgende bijdrage zal gedetailleerd op deze in de meidagen van 1940 al dan niet gebruikte verdedigingsmogelijkheden worden ingegaan.

Soortgelijk bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *