De Amerikaanse C.47 Skytrain“Sonya” neergestort in de Aa op Vogelenzang (vervolg 2)
Er was nog een tweede slachtoffer bij de op zondag 17 september neergestorte Amerikaanse C.47-Skytrain “Sonya”, namelijk de navigator tevens 2e piloot Luitenant Omar Kampschmidt. Ook hij was met het neerstortende toestel ten onder gegaan. Zijn lijk werd pas zondagavond laat gevonden, toen het vuur in het wrak gedoofd en de hitte verminderd was. Het lag in het gedeeltelijk in het water liggende wrak tegen de Aa-kant aan. Lt. Kampschmidt werd op maandagvoormiddag begraven, ook op het Erpse r.-k. kerkhof en naast zijn gesneuvelde commandant Herbert Shulman, die hem reeds op zondagnamiddag was voorafgegaan.
Tegelijkertijd werd een van de nog gave propellers van de C.47 als ereteken vóór de graven geplaatst; deze propeller lag niet ver van het wrak in de akker en staat thans nog op het kerkhof te Erp, rechts achterin, achter de graven van de negen Britten, welke nu nog op het Erpse kerkhof rusten en waarover later meer.
Omar J. Kampschmidt was geboren op 24 januari 1924 en afkomstig van Oakland in California. Hij was niet getrouwd en kwam in december 1942 in militaire dienst/de luchtmacht. Ook hij had de rang van luitenant.
De lotgevallen van de luitenants Shulman en Kampschmidt en vooral het heldhaftige optreden van eerstgenoemde zijn vermeld in enkele rapporten o.a. van de geredde radio-telegrafist en van de vluchtleider van het regiment. Ook in de beschrijving van de geschiedenis van de 101e. Amerikaanse Luchtlandingsdivisie komt een vermelding van de fatale vlucht voor.
Hoe het verder verging.
De twee gesneuvelden, alsmede een derde Amerikaan Walter Linehan geheten, waarover later meer, bleven tot in juli 1945 op het Erpse kerkhof; toen werden zij door een Gravendienst Compagnie van het Korps Intendance van het Amerikaanse leger opgegraven en overgebracht naar de tijdelijke Amerikaanse begraafplaats Wolfswinkel te Son en vervolgens weer in 1947 naar de grote Amerikaanse Militaire Begraafplaats te Margraten in Zuid-Limburg.
Nabestaanden van Amerikaanse gesneuvelden hebben echter het recht het stoffelijk overschot op kosten van het rijk over te laten brengen naar een burger- of een militair kerkhof naar keuze in de Verenigde Staten. In deze gevallen is daarvan gebruik gemaakt en in 1948 zijn de twee vliegers herbegraven op kerkhoven naar de keuze van de families. Lt. Shulman rust nu naast zijn moeder in het Westlawn Cemetery in Chicago; Lt. Kampschmidt is herbegraven in het Mt. View Mausoleum te Oakland.
Als een postume hulde voor zijn optreden verleende de Nederlandse regering in 1948 nog de Militaire Willemsorde aan de Lt. Shulman. In juni 1948 werden de toen 4-jarige zoon David de versierselen behorende bij de onderscheiding opgespeld door de Hr. v.d. Mortel, Nederlands consul te Chicago. Het Gemeentebestuur van Erp en Harry Otten namens het verzet uit Erp e.o. zonden een felicitatietelegram naar de weduwe en haar zoon.
De twee overlevende bemanningsleden, die het neerstortende toestel nog tijdig per parachute hebben kunnen verlaten zijn de boordwerktuigkundige Ralph Zipf en de radiotelegrafist Roger Gullixson.
Hoe en wanneer het wrak is geruimd is niet bekend. Archieven van de Gemeente Erp en van legeronderdelen geven hieromtrent geen enkel uitsluitsel.
In 2005 liet Erpenaar Frans van Hek de – inmiddels door weersomstandigheden sterk aangetaste – propeller grondig opknappen en op een nieuw voetstuk plaatsen en tevens van een korte toelichting voorzien. Een passend monument ter nagedachtenis.
Het graf van H.C. Shulman op de
Amerikaanse militaire begraafplaats te
Margraten (L.)