De Amerikaanse C.47 Skytrain“Sonya” neergestort in de Aa op Vogelenzang (vervolg 1)

In de vorige bijdrage hebben we gelezen dat het tweemotorige transporttoestel in de buurt van Eindhoven vermoedelijk werd getroffen door luchtafweer. Als gevolg van deze inslag ontstond een begin van brand. Ondanks het hierdoor opduikende gevaar voor explosies en neerstorten vloog Shulman zijn Skytrain naar het landingsgebied boven Veghel. “Maak je over mij geen zorgen – ik lever de jongens af waar ze moeten zijn” schijnt Shulman nog gemeld te hebben aan de verontruste vluchtleider van 501e Regiment, dat te Veghel moest landen. Boven het droppinggebied aangekomen werden de parachutisten en de pakken met materialen aan de parachutes zonder haperingen gelost. Toen moet de situatie toch al wel precair zijn geworden, want ook twee bemanningsleden verlieten het toestel al, namelijk de boordwerktuigkundige Sgt. Ralph Zipf en de telegrafist Sgt. Roger Gullixson; zij kwamen veilig aan de grond.

Meteen na het lossen van de vracht en het afspringen van de parachutisten verliet Shulman de formatie, verloor snel veel hoogte, kwam onder de formatie terecht en maakte een ruime bocht naar links. Vanuit die positie kwam hij rond drie uur op zondag 17 september van Veghel recht op Erp aanvliegen. Met, naar het eerst scheen, onder de romp een lamp of een onschuldig gloeiend bolletje. Maar binnen korte tijd veranderde het lichtpuntje in een vuurzee, een baaierd van vlammen. Vele inwoners van Veghel en Erp zagen de fatale ontwikkeling  boven zich, waarbij die uit Erp zich nog extra ongerust maakten omtrent de koers van het neerstortende vliegtuig – recht op het dorp af. Want iedereen realiseerde zich dat het vliegtuig zijn ondergang tegemoet vloog. Zoveel “oorlogservaring” had men inmiddels wel na viereneenhalf jaar bezetting en een aantal neergestorte vliegtuigen.

Een deel van een vleugel brak af en tegelijkertijd maakte de “Sonya” een scherpe zwaai naar rechts en stortte onmiddellijk neer. Het toestel kwam grotendeels terecht op de oever van en in de Aa op Vogelenzang, achterkant van Hackerom-Keldonk, in de bocht die het riviertje daar maakt. Brokstukken lagen ook op het land van landbouwer A. van Asseldonk. Tegelijk met stukken van het vliegtuig had men ook een menselijke gedaante zien neerstorten.

Van vele zijden begaven zich direct vele inwoners uit de dorpen Erp, Keldonk en Veghel naar de wrakstukken; de grote hitte rond het wrak verhinderde hen echter om kort bij te komen. Bovendien was ook de plaatselijke politiecommandant A. Jong gearriveerd en deze hield al te opdringerige toeschouwers op afstand. Velen kwamen niet verder dan de – toen nog niet verharde – weg Erp-Keldonk over Hackerom. Ook leden van het plaatselijke verzet o.a. Harry Otten waren snel ter plaatse. Intussen waren ook enkele Duitse militairen poolshoogte komen nemen, doch zij bemoeiden  zich er verder niet mee; zij hadden andere beslommeringen, gelet op de landingen van troepen aan de andere kant van het kanaal.

Na korte tijd vond men al het lichaam van een bemanningslid; zeer zeker degene, welke men reeds vallend tezamen met brokstukken van het vliegtuig, had waargenomen.  Het lag zo’n  honderd meter van het wrak uitgestrekt in het mulle zand van de omgeploegde akker en trok uiteraard veel bekijks. Heel even sloeg hij nog de ogen op toen de riemen van zijn niet geopende parachute werden losgesneden. Ook huisarts Henrar uit Erp was snel ter plaatse, doch kon geen hulp meer bieden en alleen nog maar het overlijden constateren.  Later bleek dat het de piloot van het toestel betrof,  Herbert Shulman geheten.

Harry Otten ontfermde zich  over de persoonlijke eigendommen van de vlieger om deze later aan de geallieerde autoriteiten af te dragen. Kruisheer Martien Brouwers, ook snel aanwezig, heeft nog, geknield naast de gesneuvelde, een gebed uitgesproken.

In onderling overleg werd ter plekke besloten om de omgekomene nog dezelfde namiddag te begraven op het

r.-k. kerkhof te Erp. Niet gekist, maar gewikkeld in een kleed werd Lt. Shulman op het lijkwagentje van het kerkhof overgebracht naar de begraafplaats. Hiervoor zorgden de drie Erpse jongelui Sjaak (Broer) v.d. Broek, Willy Brouwers en Jan Hendriks. Het wagentje was door hen opgehaald uit de berging op het kerkhof. Niet meer bekend is, wie een en ander regelde en/of opdrachten gaf. In ieder geval zat er een groot stuk spontaan initiatief van, met het lot van de vlieger begane, mensen achter. Men wilde een eervolle begrafenis voor deze jonge bevrijder.

Tegen de avond werd hij onder grote belangstelling begraven op het Erpse kerkhof, waarbij de dienst werd geleid door de Erpse pastoor Dr. A. Meuwese. Van deze plechtigheid bestaat nog een foto, met daarop vele Erpse mensen rond het nog geopende graf. Deze foto hangt ook in het Bevrijdingsmuseum te Groesbeek.

Herbert E. Shulman was afkomstig van Chicago, Illinois, geboren op 18 november 1918, getrouwd en had een kind. Dit zoontje David was geboren nadat Shulman al met zijn eenheid was gestationeerd in Europa. Medio 1943 was hij pas in militaire dienst c.q. de luchtmacht gekomen en had de rang van luitenant-vlieger. Eerder was hij al actief geweest bij luchtlandingsoperaties in Italië en in Normandië

Hoe het verder verging wordt verhaald in de volgende bijdrage.

Soortgelijk bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *