26 februari 1943 – De eerste – een Wellingtonbommenwerper te Boerdonk (vervolg)

De bemanning bestond uit zes leden, waarvan er vijf omkwamen en de stoffelijke resten gevonden werden tussen en in de nabijheid van de wrakstukken. In ieder geval lag één van de gesneuvelden buiten het wrak. Bij het neerkomen had hij een gat in de zachte akkergrond geslagen en was zelfs nog even onopgemerkt gebleven; men keek over hem heen. Het was een gemengde bemanning n.l. vier waren afkomstig van de Royal Canadian Air Force (RCAF) en twee van de Royal Air Force (RAF).

De Duitse Bergungstruppe kistte op zondagnamiddag  28 februari de omgekomenen, ieder lijk in een afzonderlijke kist (volgens een voorgeschreven model). Zij konden allen worden geïdentificeerd. Met één van de gesneuvelden had men vanwege diens lengte enige moeite om hem in de kist te leggen. De kist was niet berekend op het lange postuur van de vlieger. Met enig wring- en zelfs breekwerk aan het lijk vond men         tenslotte voldoende ruimte in de kist.

Daarna werden de vijf kisten met geopende deksel op een rij gezet in de nabijheid van het wrak en stuk voor stuk gefotografeerd

De werkzaamheden van de Duitsers werden gadegeslagen  door veel toeschouwers – en niet alleen afkomstig uit Boerdonk – die vanaf de rand van de akkers aan de Cruijsstraat en het Hondseind de ontwikkelingen volgden.

Toen de kisten gesloten waren en deze konden worden overgebracht naar enkele in de buurt opgestelde Duitse auto’s deed zich nog een – althans achteraf gezien – hilarisch voorval voor.

De leden van de Bergungstruppe wilden blijkbaar het zwaardere sjouwwerk van de kisten met de lijken naar de auto’s  over laten aan een aantal toeschouwende Nederlandse burgers. Zij maakten een wenkende beweging om daarmede aan te geven dat de burgers hun richting uit konden komen. Dat signaal werd echter verkeerd begrepen en de toeschouwers maakten een terugtrekkende beweging – zij verwijderden zich enigszins. Dat nu werd weer onjuist geïnterpreteerd door de Duitsers en toen een nieuwe wenk wederom niets opleverde schoot een van hen maar een kogel de lucht in. Toen was het onbegrip compleet en dook zowat iedereen de sloten in of vluchtte snel weg van de onheilsplek en die ‘kwaad willende’ Duitsers.  Deze voerden toen het sjouwwerk maar zelf uit.

De kisten werden overgebracht naar de Algemene begraafplaats te Woensel/Eindhoven; op een deel van deze begraafplaats werden gesneuvelde geallieerde vliegers begraven – op een ander deel Duitse omgekomenen. De vijf zijn daar kennelijk nog even in een mortuarium of lijkenhuisje geplaatst want ze werden volgens de gemeentelijke administratie van Eindhoven pas op 4 maart begraven, tezamen met zes omgekomen bemanningsleden van een op de Vleut te St.-Oedenrode neergekomen bommenwerper.

De vijf ‘Boerdonkse’gesneuvelden kregen de graven vak JJ, rij B. nrs. 28 t/m 32.

Het waren:

Flying Officer (1e.Luitenant) John Philip MONCKTON,    RCAF,  23 jaar. Navigator/bommenrichter,

            uit Victoria, British Columbia, Canada. Hij kreeg te Woensel graf JJ.B.28, maar is op 21-11-1945

             overgebracht naar het  Canadese Oorlogskerkhof te Groesbeek – graf vak XVI rij F nr 12;

Sgt. (Sergeant) Richard Edward  DEAN,  RAF (VR),  21 jaar.  Telegrafist/boordschutter  uit Manor Park,

            Essex, Engeland – graf JJ.B.29;

Flight Sgt. (Sergeant-majoor) Harold  RANDS,  RCAF,   25 jaar. Piloot  uit Alliance, Alberta,  Canada  – 

            graf JJ.B.30;

Sgt. Robert  WILLIAMS,  RAF (VR),  31 jaar. Boordschutter  uit Hook-Surbiton,  Surrey,  Engeland  – 

             graf JJ.B.31;

Flight Sgt. William Wilson  CAMERON,  RCAF,  27 jaar.  Telegrafist/boordschutter  uit Evarts-Alberta,

Canada  –  graf JJ.B.32.

Alleen Robert Williams was gehuwd.

Slechts één bemanningslid – Flight Sgt. H.E.  VEY,  RCAF,  boordwerktuigkundige, kon het neerstortende toestel verlaten en zich per parachute in veiligheid stellen; hij maakte een landing aan de overzijde (westzijde) van de Zuid-Willemsvaart. Hij was wel licht gewond geraakt; door de beschieting, bij het verlaten van het vliegtuig dan wel  bij de landing.  Hij kwam terecht bij de boerderij van Marinus Penninx en werd daar gevonden door een onderduiker die bij dezelfde onderdak had. Hij kon echter niet verder ontsnappen en werd gearresteerd door de politie/marechaussee uit Beek en Donk

Sergeant-majoor Vey  verbleef in een Duits krijgsgevangenenkamp en wel Stalag VIII B / 344 bij Lamsdorf, waar hij op 11 mei 1945 werd bevrijd.. Hij werd nog bevorderd tot  Warrant Officer = Adjudant-onderofficier.

Tot slot nog de beschrijving van een – achteraf  bezien toch enigszins komisch – voorval, waarbij de bekende Boerdonkenaar Driekske Kanters was betrokken. Een dag of wat vóór de wrakstukken werden afgevoerd ging Driekske nog eens kijken.  Hij trof geen bewaking meer aan – zo tegen het einde was deze toch al wat verslapt en in verband met het winterse weer hadden  de bewakers zich teruggetrokken in de schuur van Michiel Penninx.

Driekske – onkundig van dit feit – stalde zijn fiets in het steegje en ging te voet verder naar de vliegtuigresten. De Duitsers zagen dat en wilden hem gewoon wat schrik aanjagen. Één van de wachtposten pakte zijn geweer en loste een schot, gericht op de door Driekske in de heg achtergelaten fiets. Met gezwinde spoed keerde Driekske op zijn schreden terug, pakte zijn fiets en verdween, wellicht menend aan een grote dreiging te zijn ontkomen. De Duitsers waren erin geslaagd weer eens een Nederlander letterlijk en figuurlijk op stang te jagen.

Door het neerstorten van het vliegtuig, de ruimingwerkzaamheden en het vele heen- en weer geloop van mensen had de op de akkers ingezaaide winterrogge nogal wat schade opgelopen en was een deel ervan verloren gegaan. De grootste schadepost viel op de akker van de Wed. A. v.d. Vossenberg waarvan 34 are rogge totaal verloren ging en nog eens 51 are beschadigd werd. J. Pretti verloor een are aan ingezaaide rogge. De gemeente Erp betaalde hiervoor een schadevergoeding, welke later weer gedeclareerd kon worden bij het Rijk.

Soortgelijk bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *