In het nummer van 24 februari 2000 publiceerde de Erpse Krant – los van deze serie – een artikel onder de titel
”Oud R.A.F.-navigator Jack Broughton +”. Het was geschreven door Piet van Deurzen uit Veghel, die echter in zijn jeugdtijd in Boerdonk woonde. Deze vlieger – bemanninglid van een Britse bommenwerper – werd op zondagmorgen 11 april 1943 te Boerdonk door de politie uit Beek en Donk gearresteerd en verdween daarna in Duitse krijgsgevangenschap. Na de oorlog onderhield Piet nog regelmatig schriftelijk contact met hem. In het artikel meldt Piet verder het overlijden van deze Brit op 17 januari jl.
Het was niet zomaar een incident, deze arrestatie te Boerdonk; de Erpse gemeenschap raakte namelijk in die dagen betrokken bij meer voorvallen rond dit vliegtuig en zijn bemanning, waartoe ook Broughton behoorde. Onbewust en zelfs tot op de dag van vandaag bij velen in Erp niet bekend. Hier volgt het verhaal.
De viermotorige bommenwerper – een Avro-Lancaster Mk.1 – behoorde tot het 44ste (Rhodesia) squadron van de Royal Air Force (R.A.F.), de Koninklijke Luchtmacht van Groot-Brittannië. Het toestel vloog onder de codes R.5898, KM-G. Tezamen met nog 103 andere Lancasters en vijf Mosquito’s (tweemotorige jachtbommen-werpers) voerde het op de avond van 9 april 1943 een aanval uit op de Duitse stad Duisburg in het Ruhrgebied. De bommenwerper was om 20.34 uur (Britse tijd) opgestegen van de vliegbasis Waddington, Lincolnshire in Engeland. De aanvliegroute liep over Noord-Holland (bij Egmond de Nederlandse kustlijn passeren) en via midden-Nederland naar het doelgebied en de terugroute vanaf het doelgebied via midden-Nederland en Noordwijk naar Engeland.. De opdracht kon worden uitgevoerd; dat wil zeggen het doel kon worden gebombardeerd. Maar daarna ging het mis.
Op de terugweg werd het vliegtuig boven Noordoost-Noord-Brabant aangevallen door een Duitse nachtjager (waarschijnlijk bestuurd door Maj. Werner Streib van I.NJG.1 van de vliegbasis Venlo) en neergeschoten. De Luchtbeschermingsdienst Oss maakte in rapporten van 9 en 10 april 1943 namelijk gewag van luchtgevechten boven dat gebied en tevens van het neerstorten van Britse vliegtuigen te Teeffelen en te Nistelrode.
De bemanning van een Lancaster bestond normaal uit zeven leden; in dit geval was echter een extra bemanningslid toegevoegd en dat was de eerder genoemde Sgt. Broughton. Deze vloog als 2e navigator mee om ervaring op te doen. Vier bemanningsleden slaagden er in om het aangeschoten toestel te verlaten en per parachute te landen; de andere vier gingen met hun kist ten onder en sneuvelden. Het toestel stortte om 23.22 uur neer te Teeffelen, gemeente Lith, ten noorden van de Hertogswetering nabij de kromming in de Litherweg, kort bij de grens met de gemeente Oss. Wrakstukken lagen over een groter gebied verspreid. Reeds op zaterdagmorgen 10 april was geconstateerd dat er zich drie stoffelijke overschotten in het vliegtuigwrak bevonden; deze zijn later geborgen door de Duitsers. Een vierde lijk vond men elders.
De omgekomenen – allen leden van de R.A.F. (V.R.) – waren:
Sgt. Stanley DIXON, boordschutter (rugkoepel), 21 jaar, ongehuwd en afkomstig van Workington;
Sgt. Leslie John NASH, bommenrichter, 21 jaar, ongehuwd en afkomstig van West-Kensington, Londen;
Flying Officer (=1e. Luitenant) John Hamilton SALT, navigator, 27 jaar, gehuwd en afkomstig van Chiswick;
Pilot Officer (=2e.Luitenant) William SMITH, piloot, 22 jaar en afkomstig van Hucknall, Nottinghamshire.
De vier werden op 12 april 1943 door de Duitsers begraven in de pastorietuin naast de St.Petruskerk te Uden – deze tuin diende toen als voorlopige begraafplaats en was einde april 1943 vol. Zij werden, tezamen met de andere in deze tuin begravenen, in juli 1946 door een Britse eenheid opgegraven en overgebracht naar het huidige Britse oorlogskerkhof aan de Burg.Buskensstraat te Uden. (graven 4.E.8 t/m 11). Dixon en Salt werden eerst als onbekenden begraven en pas na de opgraving geïdentificeerd.
Deze vaste bemanning had al eerder zeven aanvalsvluchten gemaakt, waarvan zes in de maand maart 1943 (o.a. naar Berlijn, Stuttgart, Neurenberg en St. Nazaire).
De Gemeente Erp noch zijn inwoners had verder iets van doen met dit neerkomen van de bommenwerper en de omgekomen bemanningsleden. Dat was echter wel het geval met de vier vliegers, die tijdig uit het neerstortende toestel konden ontsnappen en per parachute neerkwamen. Wat er met hen gebeurde wordt beschreven in de
volgende bijdrage.
Piloot William Smith