De lotgevallen van de Erpse militairen 2
Gevallen – maar zijn roeping vervuld
Henri van den AKKER;
Geboren te Boerdonk op 6 mei 1918;
Gesneuveld te Dordrecht op 13 mei 1940.
Henri was het 2e. kind, maar de oudste zoon en dus de stamhouder, in het kinderrijke gezin van Wilhelmus van den Akker (1888 – 1975) en Wilhelmina van Asseldonk (1889 – 1982); het gezin bewoonde de boerderij D. 83 te Boerdonk, thans van Schijndelstraat 20 en in gebruik door de fam. Jan Bekx/Doortje van den Akker.
Hij volgde het lager onderwijs aan de St. Nicolaasschool te Boerdonk en was nadien, zoals gebruikelijk, tot zijn opkomst in militaire dienst werkzaam op het landbouwbedrijf/de boerderij van zijn vader.
M.i.v. 21-2-1938 werd hij als gewoon dienstplichtige van de lichting 1938 buiten tegenwoordigheid ingelijfd (zo heette het in die tijd als men bij een onderdeel werd ingedeeld) bij het 8e. Regiment Veldartillerie (een z.g. Vredesregiment). Veel jonge boeren kwamen bij de artillerie terecht, omdat zij konden omgaan met paarden, die bij de artillerie nog veel gebruikt werden als trekkracht voor de kanonnen.
In werkelijke dienst voor eerste oefening kwam Henri op per 20-2-1939; zijn opkomstplaats was Ede in Gelderland. Uit de z.g. Vredesregimenten werden bij de mobilisatie einde augustus 1939 de Oorlogsregimenten gevormd en voor Henri betekende dit, dat hij toen terecht kwam bij het 14e. Regiment Artillerie, en wel bij de III-afdeling ervan. (drie batterijen met in totaal negen verouderde en moeilijk te verplaatsen stukken geschut, bekend als 12 cm, lang staal). Hij zat bij de 1e. batterij, behoorde tot de z.g. onbereden artillerie d.w.z. de geschutsbemanning en was toen al een geoefend artillerist. Zijn afdeling werd gelegerd tussen Dubbeldam en Willemsdorp op het Eiland van Dordrecht; de kanonnen stonden gericht op de Moerdijkbruggen.
Reeds in de eerste uren van de oorlog op vrijdag 10 mei 1940 werden de opstellingen van de afdeling door Duitse parachutisten overvallen. Op het Eiland van Dordrecht is nadien gedurende meerdere dagen een felle strijd geleverd, waarbij het vooral op 12 en 13 mei rond en in Dubbeldam en Dordrecht tot verschrikkelijke gevechten kwam, waarbij de Duitsers zelfs hun beruchte en zeer gevreesde Stuka-duikbommenwerpers inzetten. Ook Henri met zijn onderdeel werd bij deze gevechten betrokken. Aan beide zijden vielen vele doden en gewonden en ook vele burgers werden slachtoffer van de strijd.
Omtrent de lotgevallen van Henri verkeerde de familie lange tijd in grote onzekerheid; waar families van andere militairen al enkele dagen na de capitulatie informatie over hun dierbaren kregen, bleef de familie van den Akker hiervan verstoken. Het alsmaar uitblijven van berichten en het doordruppelen van geruchten over de zware, rond en in Dordrecht plaats gehad hebbende, gevechten deden het ergste vrezen. Een grote ongerustheid en veel bange voorgevoelens derhalve in het gezin van den Akker en de Boerdonkse gemeenschap.
Opheldering omtrent het lot van Henri werd uiteindelijk verschaft door een familielid, n.l. door zijn tante Miet van den Akker, een zuster van zijn vader. Deze kordate vrouw van toen al middelbare leeftijd, woonachtig schuin tegenover hun boerderij, toog na enkele weken van alsmaar stijgende onzekerheid en spanning op onderzoek uit. Per fiets begaf zij zich naar Dordrecht om aldaar naspeuringen te doen. Een hele toer in die verwarde,wanordelijke dagen. Al gauw ontdekte zij in Dordrecht de harde realiteit; Henri was gesneuveld en lag begraven op een openbare begraafplaats aldaar. Tante Miet vond een openbare begraafplaats niet de juiste laatste rustplaats voor haar neef, stammend uit een degelijk Brabants katholiek nest.
Met de haar kenmerkende voortvarendheid wist zij bij plaatselijke autoriteiten te bereiken, dat het stoffelijk overschot van Henri werd overgebracht naar een Katholiek kerkhof in Dordrecht.
Daar bleef het rusten, totdat na overleg met de familie begin 1941 overbrenging naar het kerkhof te Boerdonk plaats vond. Onder grote belangstelling en in aanwezigheid van burgerlijke en militaire gezagsdragers, alsmede oud-kameraden vond Henri daar zijn laatste rustplaats. Zijn graf wordt nog steeds in stand gehouden en op de poortzuil van het kerkhof is de plaat van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting aangebracht, ten teken, dat op dit kerkhof een gesneuvelde rust.
De familie van den Akker heeft nimmer een officiële verklaring of lezing omtrent de omstandigheden van Henri’s sneuvelen ontvangen. Meerdere vraagtekens zijn blijven bestaan, wellicht terug te voeren tot de chaotische omstandigheden in die dagen.
Die onduidelijkheden manifesteren zich zelfs heden ten dage nog; op zijn grafzerk op het kerkhof te Boerdonk staat als sneuveldatum vermeld 12-5-1940, op zijn bidprentje 13-5-1940 en in het Register betreffende militairen van de Koninklijke Landmacht, bijgehouden door het Ministerie van Defensie, 14-5-1940.
Onderzoekingen van meerdere zijden hebben toch wel het een en ander aan het licht gebracht en een beeld gegeven van de omstandigheden waaronder Henri sneuvelde. Hierover meer in de volgende bijdrage nr. 41.