Zaterdag 11 mei 1940 – De Duitsers in Erp 2.
Rond 10.30 uur bereikten de vanaf Boekel oprukkende Duitsers het Erpse grondgebied; het was een omvangrijke colonne tanks, pantserwagens, auto’s, motoren met zijspan en geschut, met daarbij vele manschappen.
Tegelijkertijd deed zich het eerste incident voor, waarvan de toen 20-jarige Adriana (Jaantje) de Groot het slachtoffer werd. Zij bewoonde met nog twee zussen (Bertha en Martina) en twee broers (Grard en Antoon, welke laatste sinds de mobilisatie in militaire dienst was) de boerderij – vroeger met café- Boekelsedijk A.123. Vanaf vrijdagmiddag 10 mei waren in de boerderij ook nog drie geëvacueerde gezinnen uit Venhorst ondergebracht. De aanleiding tot de schietpartij van Duitse zijde, waarbij Jaantje ernstig gewond raakte, was wellicht de aanwezigheid in die buurt van een Nederlandse militair, afkomstig uit Boekel. Deze reed tegen de tijd, dat de Duitsers Erps gebied naderden, in militair uniform op een motor van Erp naar Boekel. O.a. door Grard de Groot werd hij geattendeerd op de optrekkende Duitse legercolonne. De soldaat keerde terug en begaf zich naar de boerderij van de Groot, alwaar hij achter het huis de motor stalde. Met enkele anderen ging hij op de bank voor het huis zitten. Een licht en langzaam vliegend Duits vliegtuig, waarschijnlijk een verkenner, kwam overvliegen en schoot op het gezelschap. De kogels sloegen in op de keien van de Boekelsedijk tussen de boerderijen van de Groot en M. Goorts. Mart Goorts moest in een snelle ren de beschutting van zijn boerderij opzoeken. Wellicht was de op de motor rijdende militair opgevallen bij de Duitse vliegtuigbemanning. Bij de nadering van de Duitse voorhoede gingen de mensen naar binnen; drie ervan vluchtten naar een achter de boerderij van de Groot gelegen hooiberg, n.l. de Nederlandse soldaat, Jaantje en Grard de Groot. Misschien door de vliegtuigbemanning geattendeerd op de aanwezigheid van een Nederlandse militair of mogelijkerwijze bij de grondtroepen al opgevallen werd door de Duitsers kennelijk geen risico genomen. Amper waren de drie in de hooiberg gedoken of een der voorop rijdende Duitse tanks opende met een mitrailleur het vuur op de hooiberg. Enkele vuurstoten werden hierop afgegeven. De kogels raakten de aan de buitenkant van de hooiberg liggende Jaantje aan de rechterarm. Net onder de elleboog werd de onderarm er nagenoeg vanaf geschoten. Onmiddellijk waren ook de Duitsers ter plaatse. Zij namen de soldaat, die in de hooiberg nog vlug een van Grard de Groot gekregen overal had aangetrokken, krijgs-gevangen, waarbij hij nog enkele klappen met geweren kreeg te verduren. Nog in overal gestoken werd hij vervolgens voorop een der tanks gezet, die dan hun opmars naar Erp vervolgden. Jaantje de Groot kreeg direct van de Duitsers eerste medische verzorging; enkele meeoprukkende artsen en hospikken hielpen haar uitvoerig en legden verbanden aan, hetgeen echter niet kon verhinderen, dat zij voor een verdere behandeling naar het ziekenhuis te Veghel moest. Haar broer Johan, die in de buurt woonde, en Jan Bevers, een der geëvacueerden uit Venhorst, reden haar in snelle vaart in een met een paard bespannen koetsje naar Veghel. Zij werden daarbij voorafgegaan en geëscorteerd door twee Duitse motorrijders. Bij aankomst in Veghel keerden deze weer meteen naar Erp terug. In het ziekenhuis werd de onderarm geamputeerd. Johan reed daarna binnendoor, achter het pompstation langs naar Erp terug. Hij kon niet meer gebruik maken van de weg Erp-Veghel, omdat die toen al vol zat met Duitse legereenheden. Jaantje werd nadien nog meerdere keren behandeld in ziekenhuizen, kwam bij de distributiedienst te werken, trouwde met A.(Toon) van Deursen te Erp en overleed in maart 1962. Grard de Groot verwittigde diezelfde namiddag nog de ouders van de militair uit Boekel. In de borstzak van de overal, die hij de soldaat gegeven had om zich te vermommen, zat nog een portemonnee met een voor die tijd niet onaanzienlijk bedrag. Laat in de avond van die Pinksterzaterdag werd die, nog niet gemiste, portemonnee bij de Groot terugbezorgd door Grardje Goorts toen woonachtig op Den Uil. Tijdens een kort oponthoud van de Duitse colonne had deze de beurs overhandigd gekregen van de Nederlandse soldaat, die nog steeds als gevangene werd meegevoerd. Grard de Groot leverde enkele dagen na Pinksteren de – niet-militaire motor, waarop de Nederlandse soldaat was komen aanrijden, in op het gemeentehuis van Erp.