De nacht van 10 op 11 mei 1940, nr. 2

Hoe verliep de terugtocht van de troepen uit de Peel, waarover in bijdrage nr. 22 werd geschreven, en welke in die nacht door vele inwoners uit Erp, Keldonk en een deel van Boerdonk werd gadegeslagen? Commandant Vak Erp met zijn staf. 

Deze verliet reeds kort na middernacht de bunker bij Harry van Dommelen op het Looieind en vestigde zich in een nieuwe post ter hoogte van de Koevering langs de weg Veghel-Sint-Oedonrode. Later verplaatste hij zijn post naar de rand van Sint-Oedenrode, alwaar hij telefoonverbindingen ter beschikking had, echter niet met zijn bataljonscommandanten aan de Zuid-Willemsvaart.

2e. Bataljon 2e, Regiment Infanterie (II-2-RI)

Dit bataljon was het dichtst bij Mill gelegen (rechts van de weg Volkel-Mill). Een deel trok deels te voet, deels per autobus terug via Volkel-Uden-Veghel. Onder hen bevond zich Piet v.d. Crommenacker uit het Hurkske en Harrie Verbruggen van de Bolst, die op een vrachtauto reed. Twee andere compagnieën gingen te voet via Volkel-Boekel-Erp-Veghel. In deze groep vertoefde Boerdonkenaar Harrie v.d. Horst uit de 2e. compagnie. Op enkele door paarden getrokken karren werden de zwaardere uitrustingsstukken meegevoerd. De troepen werden enkele keren lastig gevallen door overvliegende Duitse verkenningsvliegtuigen, die lichtkogels uitgooiden, welke dan de gehele omgeving verlichtten. Om ong. 2.30 uur arriveerde de stoet in marstempo in het centrum van Erp, waar een korte pauze werd ingelast. Hier werd ook door een vooruit gezonden kantinewagen koffie verstrekt. Na een kort oponthoud ging de tocht verder naar Veghel om aldaar om ong. 4.30 uur achter het kanaal te belanden en te beginnen met de provisorische aanleg van verdedigingsopstellingen. Harrie v.d. Horst, uitgerust met een fiets, en uiteraard ter plaatse goed bekend, werd in Erp nog even op verkenning uitgestuurd (of de weg over Keldonk, dan wel over Veghel genomen moest worden). Het bataljon kreeg de sector km-paal 104 tot 108 te verdedigen.

2e. Bataljon 17e. Regiment Infanterie  (II-17 R.I.)

Deze groep was hoofdzakelijk gelegerd in barakken achter Boekel en had de stellingen rond Elsendorp. De nieuwe opstelling aan het kanaal was km-paal 100 (iets voorbij de Keldonkse ophaalbrug naar het Hool) tot km-paal 104. Zij aanvaardden de terugtocht uit de Peel erg laat en kwamen op weg naar Veghel voor een gedeelte door Erp. Hun terugtocht liep binnendoor van Elsendorp naar Venhorst en Boekel. Een gedeelte ging via Volkel en Uden, een ander via Erp naar Veghel. Slechts enkele wagens waren ter beschikking, derhalve gold voor het grootste gedeelte een voettocht. Rond 6.00 uur in de vroege zaterdagmorgen was de sector bezet. De groep, die de route over Erp volgde, werd eveneens bij de kiosk in Erp een korte rust gegund; ook werd hier koffie verstrekt. In deze groep trok Joep van Gerwen van Heuvelberg mee. Hij had als ordonnans een fiets ter beschikking. Tussen Boekel en Erp kreeg hij verlof om vooruit te rijden en even bij zijn ouderlijk op Heuvelberg aan te gaan. Op de weg Erp-Veghel haalde hij later zijn afdeling weer in.

1 e. Bataljon 13e. Regiment Infanterie  (I-13-R.I.) 

Dit bataljon had de grootste afstand af te leggen; het moest komen uit het gebied Elsendorp-De Rips. Het kreeg het kanaalstuk km-paal 96 tot 100 aangewezen. Ook deze groep maakte de tocht te voet, waarbij enkele eenheden pas na ong. 1.30 uur uit de Peel vertrokken. Zij werden onderweg enkele keren ‘belicht’ door Duitse lichtkogels (o.a. om ong. 3.00 uur). Om even na 7.00 uur had het grootste gedeelte het kanaal al bereikt; bij sluis 5 staken zij via de toen nog in tact zijnde brug het kanaal over. Een kleine groep kwam pas bij het kanaal aan, toen de brug reeds gesprongen was; via de brandende sluisdeuren bereikte men de overkant.

Het bataljon volgde de route Elsendorp tot aan de weg Gemert-Handel, binnendoor langs de Peelseloop tot Cox, dan via Erp naar Keldonk. Een deel, n.l. de 3e. Compagnie ging niet meer naar Erp, doch trok door de bossen in het Hurkske, langs de gemeenteboerderijen aldaar, richting Boerdonksedijk en verder binnendoor naar sluis 5. Deze groep kreeg ook al problemen met het passeren van de Aa op Cox, omdat op het moment, dat zij daar aankwamen de brug reeds gesprongen was. Met allerlei noodgrepen raakte men toch aan de west-kant van het riviertje. In het vak van dit bataljon werden nog enkele stukken geschut geplaatst n.l. een kanon 6-Veld bij sluis 5 en een sectie bij de ophaalbrug Keldonk-’t Hool. Vele mensen uit Erp, Keldonk en Boerdonk, woonachtig langs de terugtrekroutes hebben de colonnes en groepjes in de nanacht en vroege morgen aanschouwd. Vele vermoeide manschappen, die al vanaf de vorige nacht onafgebroken in touw waren geweest. Nog strijdlustigen onder hen, maar ook al teneer geslagen, gedeprimeerde soldaten. Meerdere keren werden bewoners aangeklampt met een verzoek om burgerkleding. In enkele gevallen werd wel eens een fiets of een paard met kar gevorderd of gewoon meegenomen. Voorbeelden hiervan zijn er. Grard v.d. Heyden op Schansoord verspeelde zo een span;  het paard werd enkele dagen later, toen het oorlogsgeweld geluwd was, in Olland teruggevonden.

Het afgedrukte kaartje geeft een overzicht van de posities van de Nederlandse troepen achter het kanaal vanaf de zaterdagvoormiddag.

Soortgelijk bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *