Vrijdag 10 mei 1940 nr. 2
Voor het uitvoeren van vernietigingen om hierdoor een vlotte opmars door de Duitsers te hinderen waren aan de commandant van het Vak Erp toegewezen het 3e en het 6e Eskadron van het 2e Regiment Huzaren (wielrijders) (2-R.H.), aangevuld met twee secties van de 5e Compagnie Pioniers. Hun werkgebieden lagen in het Peelgebied tot aan de Maas. In de late voormiddag van 10 mei meldden deze eenheden zich bij de vakcommandant in Erp en deze dirigeerde hen door naar het Hoofdkwartier van het IIIe. Legerkorps in de omgeving van Den Bosch.
Vanaf het middaguur kwam de evacuatie van een deel van de bevolking van Boekel en Venhorst op gang, e.e.a. volgens de plannen beschreven in de bijdrage nr. 16. In de voormiddag waren betrokkenen door de gemeentelijke autoriteiten van Boekel op de hoogte gesteld van de evacuatiebevelen, hetgeen veel emoties teweeg bracht. Aangeslagen begonnen velen kort daarna aan de korte tocht naar Erp. Het binnentrekken van Erp door deze mensen gaf hetzelfde trieste beeld te zien als altijd bij gedwongen verhuizingen en ons ook heden ten dage nog dikwijls via de TV bereiken. Op door paarden getrokken karren, volgestouwd met spullen, die men dacht nodig te hebben of te moeten redden (huisraad, beddengoed enz.), met huilende vrouwen en kinderen, ontredderd door de snelle opeenvolging van de gebeurtenissen, lopende naast afgeladen fietsen, zelfs met kinderwagens (met baby dan wel goederen) was men op de vlucht. Het mansvolk was in de minderheid, want het gezinshoofd, een der oudste zonen of de knecht was meestal achtergebleven om op de verlaten boerderij te passen en de achtergelaten veestapel te verzorgen. In vele gevallen ook die van een buurman. Vele oudere Erpenaren herinneren zich nog goed deze droeve intocht, die ongeveer de gehete namiddag voortduurde.
In Erp werden zij bij het gemeentehuis opgevangen door een ontvangstcomité, dat voor doorverwijzing naar de evacuatieadressen en -onderkomens zorgde. Op diverse plaatsen kwamen de gezinnen terecht. Om er maar enkele te noemen: op de Bolst bij de families Verbruggen en van Dooren en bij de Wed. A. van Lankveld-v.d. Donk, (die zelf op het punt stond te verhuizen naar het Lijnt te Keldonk); op den Dijk bij de fam. Rovers, in het Hurkske bij de fam. B. v.d. Crommenacker, te Keldonk bij de families van Berlo en Tielemans en te Boerdonk bij de families v.d. Horst en v.d. Tillaar. Overal werden zij liefderijk opgenomen. Tegen de avond hadden alle te evacueren gezinnen uit Boeket en Venhorst een goed onderdak gevonden; achteraf zou blijken, dat dit maar voor een á twee dagen nodig was.
Ook de bevolking van Huize Padua te Boekel moest volledig evacueren en wel naar Tilburg en Udenhout; hiervoor werden bussen ingezet. Volgens het officiële verslag van alle evacuaties in die dagen, vastgelegd in het uitgebreide boekwerk ‘Evacuaties in Nederland 1939-1940’ door J. Koolhaas Revers moet op vrijdag-namiddag onder Erp (de weg Boekel-Erp of Erp-Veghel) een van de bussen van de weg zijn geraakt en in de stoot zijn gereden. De chauffeur wist na enige tijd de schade te herstellen en zijn weg (met de patiënten) te vervolgen. ‘s Avonds laat arriveerde hij in Tilburg. Navragen in Erp hebben echter geen nadere informaties boven water gebracht.
In de loop van de dag kwamen herhaaldelijk Duitse vliegtuigen overvliegen, in enkele gevallen zeer laag. Vanaf de commandopost Vak Erp of de directe omgeving ervan (bij de boerderij van H. van Dommelen op Looieind) werd enkele keren door soldaten met hun gewone geweren op de toestellen geschoten – overigens zonder geluk.
Sommige Erpenaren begonnen op vrijdagavond voorzorgsmaatregelen tegen de – op de nieuwsuitzendingen afgaande – snel naderende Duitsers te treffen. Er werd uitgezien naar een goede schuilplaats, anderen stopten al wat waardevollere artikelen in de grond ed. Frans Brouwers, Harmonieplein, begon die avond bv. al met het begraven van de bij hem ondergebrachte muziekinstrumenten van de harmonie in de tuin achter zijn huis en winkel.
Vroeg in de avond arriveerden vanuit het Vak Asten de 4e Compagnie van het 2e Grensbataljon (4-2-GB) en vanuit het Vak Weert de helft van de 4e Compagnie van het 17e Grensbataljon (4-17-GB). Zij waren per fiets gekomen van Venlo resp. Roermond en via Heeze. Zij hadden opdracht om zich via Veghel, Uden naar Miltl te begeven om daar als versterking te dienen. De troepen waren zeer vermoeid; zij kregen in Erp wat rust en werden van voedsel voorzien. Ook ontvingen zij een nieuwe opdracht nl. het innemen van opstellingen bij de brug over de Leijgraaf op de weg Uden-Veghel en op Knipperdul om aldaar terugkerende onderdelen van het 2e Regiment Huzaren Motorrijders op te vangen en naar Veghel te begeleiden. Daarna dienden zij zich terug te trekken achter de Zuid-Willemsvaart. Tot slot kwam nog Iaat in de avond (ong. 22.00 uur) de 1e Compagnie van het tot het Vak Erp behorende 15e Grensbataljon (1- 15-GB) aan. Zij kwam per fiets via Deurne en Gemert. De compagnie reisde snel door om overeenkomstig de nieuwe opdracht opstellingen in de nemen bij de spoorbrug en de verkeersbrug te Veghel en bij de twee bruggen onder Keldonk. Dan volgt de nacht van 10 op 11 mei, waarover de volgende bijdrage.