De voorafgaande maand

Op 9 april 1940 overviel Duitsland onverhoeds Denemarken en Noorwegen; het eerstgenoemdc land gaf zich dezelfde dag reeds gewonnen, Noorwegen verzette zich met hulp van Engeland en Frankrijk, doch moest einde mei 1940 toch ook het hoofd buigen.

Als gevolg van deze Duitse overval ontstonden ook in ons land grote politieke en militaire spanningen; ook toen al werd even gevreesd voor een Duitse aanval op Nederland. Op 10 april werden de militaire verloven. ingetrokken, doch toen een verder Duits optreden uitbleef werd op 27 april deze maatregel weer ongedaan gemaakt.

Op 19 april werd de Staat var Beleg voor geheel Nederland afgekondigd, nadat vanaf 1 september 1939 al de Staat van Oorlog had gegolden, gevolgd door de Staat van Beleg voor enkele gebieden waar stellingen waren aangelegd vanaf november 1939 en voor een nog uitgebreider gebied vanaf 13 april 1940.

Begin april 1940 was het overgrote gedeelte van het IIIe. Legerkorps (met de 5e. en 6e. Divisies) en gelegerd in de vakken Schayk en Erp van de Peel-Raamstelling teruggetrokken en geconcentreerd rond Den Bosch. In de Peel-Raamstelling bleven in elk van de twee vakken maar drie bataljons meer achter. Voor het vak Erp waren dat het 2e. bataljon 2e. Regiment Infanterie, 2e. bataljon 17e, Regiment Infanterie en het le. bataljon 13e. Regiment Infanterie. Deze troepen waren ondergebracht in Volkel, Odiliapeel, Venhorst-Boekel en Elsendorp (bij burgers of in de inmiddels in die omgevingen gebouwde barakken). In Erp bleven nog enkele onderdelen ingekwartierd; daaronder de staf van de commandant van het vak Erp van de Peel-Raamstelling, de lt.kol. E. Snoek. Deze commandopost was ondergebracht in een bunker bij de boerderij van Harrie van Dommelen op het Looieind (Zie bijdrage nr. 13). Bij Grard v.d. Heyden op Schansoord was nog een schuur omgebouwd tot

opslag plaats voor munitie en deze werd in stand gehouden.

De gevoelens van de bevolking bleven gemengd; bij de ene overheerste onzekerheid, twijfel en angst, zeer zeker bij diegenen, die familieleden onder dienst hadden; de ander dacht, dat het wel weer los zou lopen, dat”dieje Duitser het hart mar’es moest hebben. Maar de gemiddelde Nederlander en dus ook Erpenaar: wat wist hij/zij eigenlijk van de dreigingen en het oorlogsgevaar?

In de loop ven 8 en 9 mei werden in Duitsland en langs de grens allerlei troepenbewegingen geconstateerd en berichten hierover bereikten de Nederlandse legerleiding. Vooral op 9 mei werden activiteiten waargenomen, die duidelijk op aanvalsvoorbereidingen duidden – het werd echt rumoerig aan de grens met Duitsland.

Dat gaf de Opperbevelhebber van de Land- en Zeemacht (O.L.Z.) aanleiding om aan een aantal troepenonderdelen o.a. de Commandant van het Veldleger (C.V.) een waarschuwingstelegram te doen uitgaan (zie hieronder). Die nacht zaten vele manschappen in hun stellingen, ook in de Peel, in afwachting van wat er nu weer zou komen. Ook de commandopost bij van Dommelen was bezet. En dan is het 10 mei 1940 …

Het telexbericht van donderdagavond 9 mei. Om 20.45 uur verzonden. Een gewaarschuwd man…

            o l z

       a h k

       afd.Landmacht.

       sectie rom.1 b

no.35 b

          van de grens komen zeer verontrustende berichten binnen.

       weest dus zeer op uw hoede.

aan:                             de c.l.z.          typ.dr.

       c.v.         9 – 5 –  ’40     20.45 uur.

Soortgelijk bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *