Archeologische waarneming bij graafwerkzaamheden binnen de gemeente Veghel
Bijlage : Archeologische waarneming
Beleidskeuze
De gemeente Veghel beschikt over een actuele Archeologische Verwachtingskaart waarop aan
het gemeentelijk grondgebied een verwachtingswaarde is toegekend. Op grond van de Wet op de
Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) zal in de bestemmingsplannen zoveel mogelijk
worden aangesloten op hetgeen op de Archeologische Verwachtingskaart staat aangegeven. Dit
houdt in dat aan alle bodemverstoringen in gebieden die op de Archeologische
Verwachtingskaart staan aangegeven als gebieden met een archeologisch (middel) hoge
verwachtingswaarde in principe een archeologisch vooronderzoek dient vooraf te gaan indien
sprake is van:
– alle bodemverstoringen binnen AMK–terreinen;
– bodemverstoringen binnen terreinen waar kastelen, kerken of kloosters hebben gestaan,
die dieper zijn dan 30 cm onder het maaiveld;
– bodemverstoringen binnen de oude dorpskernen van Erp en Veghel, die dieper zijn dan
30cm onder het maaiveld en waarbij het plangebied groter is dan 50 m2;
– bodemverstoringen binnen terreinen van voormalige molens en hoeves, die dieper zijn
dan 30 cm en/of waarbij het plangebied groter is dan 50 m2;
– bodemverstoringen binnen terreinen met een hoge archeologische verwachting, die
dieper zijn dan 30 cm onder het maaiveld en/of waarbij het plangebied groter is dan 100
m2;
– bodemverstoringen binnen terreinen met middelhoge archeologische verwachting, die
dieper zijn dan 30 cm onder het maaiveld en waarbij het plangebied groter is dan 100 m2;
– bodemverstoringen binnen terreinen met een lage archeologische verwachting, die dieper
zijn dan 30 cm onder het maaiveld en waarbij het plangebied groter is dan10.000 m2
Wetgeving
Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte
onderzoeksmethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen of resten nooit volledig
worden uitgesloten. Bij bodemverstorende activiteiten dient men alert te zijn op de aanwezigheid
van archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het aantreffen van deze
waarden dient men hiervan melding te maken bij de Minister van OCW (in de praktijk de RCE)
conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.
Artikel 53 van de Monumentenwet 1988 luidt:
Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel
redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is, meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij
Onze minister.
Het bedrijfsmatig verstoren van archeologische waarden is een economisch delict, als bedoeld in
de Wet op de economische delicten.
-1-
Archeologische waarneming bij graafwerkzaamheden binnen de gemeente Veghel
Waarom archeologische waarneming door de archeologische werkgroep?
Op grond van het uitgevoerde (archeologische) vooronderzoek zijn enerzijds onvoldoende
indicaties om een archeologisch vervolgonderzoek op te leggen, anderzijds is er voldoende
aanleiding om op een zorgvuldige wijze, rekeninghoudende met de mogelijke aanwezigheid van
archeologische indicatoren de graafwerkzaamheden uit te voeren. Na overleg heeft u ingestemd
met archeologische waarneming door leden van de heemkundekringen ‘Erthepe’ & ‘Vehchele’.
Deze leden zijn allen aangesloten bij de AWN en hebben een bepaald kennisniveau opgedaan
door cursussen en eerdere opgravingen onder leiding van een senior-archeoloog.
Afspraken
1. De vergunninghouder meldt het ontgraven tenminste 3 werkdagen de aanvang aan de
medewerker Monumenten, Archeologie en Cultuurhistorie van de gemeente Veghel, hierbij
worden tenminste tijdstip, datum en locatie doorgegeven.
2. De vergunninghouder verleent aan tenminste 2 archeologische waarnemers van de
heemkundekringen binnen de gemeente Veghel toestemming om het terrein te betreden.
3. De archeologische waarnemer volgt de veiligheidsinstructies namens de vergunninghouder
per ommegaande op en draagt zelf zorg voor zijn persoonlijke beschermingsmiddelen.
Tevens dient de archeologische waarnemer zich te allen tijde te kunnen legitimeren.
4. Het ontgraven van de bouwput dient te gebeuren volgens de zgn. schraapmethode laag voor
laag dient te worden verwijderd, de dikte van de af te schrapen lagen wordt in overleg
bepaald (meestal tussen de 10 tot 15 cm.) De vergunninghouder is zich hierbij ervan bewust
dat dit niet altijd de meeste efficiënte wijze van ontgraven is.
5. Wanneer er volgens de archeologisch waarnemer archeologische indicatoren zijn (bjiv.
paalsporen, putten, losse vondsten, funderingsresten etc.) wordt deze in de gelegenheid
gesteld om deze vast te leggen middels foto’s en nametingen. Dit kan betekenen dat de
graafwerkzaamheden tijdelijk elders dienen te worden voortgezet.
6. In geval er sprake is van een vondst van regionaal / nationaal belang en /of (menselijke)
skeletten dient de medewerker Monumenten, Archeologie en Cultuurhistorie van de
gemeente Veghel direct in kennis te worden gesteld en dienen de graafwerkzaamheden per
ommegaande te worden opgeschort.
7. De archeologische waarnemer dient aangesloten te zijn bij het AWN, vereniging van
vrijwilligers in de archeologie, dit om het kennisniveau te waarborgen. Indien gevraagd toont
de waarnemer dit aan.
8. De archeologische waarnemer brengt voor zijn werkzaamheden geen kosten in rekening.
9. De archeologische waarnemer zorgt voor:
– verslaglegging van zijn bevindingen.
– het in depot nemen van evt. vondsten.
– melding van evt. vondsten bij het provinciale meldpunt.
10. In geval middels voornoemde afspraken niet wordt voorzien wordt contact opgenomen de
medewerker Monumenten, Archeologie en Cultuurhistorie van de gemeente Veghel.
Vragen:
Mocht u naar aanleiding van deze bijlage nog vragen hebben dan kunt u hiervoor contact
opnemen met de medewerker Monumenten, Archeologie en Cultuurhistorie van de gemeente
Veghel onder telefoonnummer 14 0413 of via de mail monumenten@veghel.nl
Gemeente Veghel 3 juli 2013
M.G.M. van den Broek
-2-